‘een huys ende een hoeve lants’
soms laat de grond het gras hier spreken,
hier, op ‘t populierenveld
over hoe een huis kon breken
nadat zowat vier eeuwen waren weggeteld
wijnestein, ‘een huys ende een hoeve lants’,
hier gesticht, verwoest, hersteld,
verloederd en gestut
totdat het -sleets- geslecht werd,
als huis niet langer meer van nut
de bomen die de muuromtrek verbeelden
vertellen soms, bij goede wind
hoe hier het leven was
hoe fier het huis stond, sterk, omgracht en
hoe zij, wier naam in oude inkt geschreven staat,
het leven in de stenen brachten
de geur van gebraad, de lach van een kind
het vuur van de haard, het leed en het lief
de troost van een boek, of liever, een brief,
de erfenis van wijnestein, soms, bij goede wind
verbeelding is winst, we gaan niet meer op zoek
we graven niet, wat brengt het op?
misschien een pot, een ketel, hoefbeslag,
een porseleinen poppenkop
de grond, waar het ‘toen’ door het ‘nu’ wordt gekust
geeft hier nieuwegein licht vermaak, een nieuwe rust
de bomen wortelen in wijnesteins verhaal
en wij zijn van dezelfde grond
de grond verbindt het allemaal
© ton de gruijter