zondag 31 augustus 2025

de wankele stad

 

de tekening draagt als titel ‘talud’. 

de tekst van vandaag gaat echter niet over de taludweg, 

daar vinden te veel mensen al te veel van. wat draag ik dan bij?

het gaat om meer. 

er is onbegrip voor besluiten, er is groeiende afstand tussen standpunten.

het gaat om meer, er is een toenemend afvalprobleem, 

en niet alleen bij de nieuwe wooncomplexen.

er is een 30 kilometer zone waar een auto van handhaving 

met twee boa’s vrolijk vijftig tuft.

er is graffiti, de voortuinen tegenover het ziekenhuis worden 

als rookplek gebruikt, er is onveiligheid bij de dukatenburg, 

de oude parkeerplaatsen bij city zijn te klein, je kan je fiets niet meer 

in het centrum kwijt als er markt is.

je mag maar met één persoon in de lift zegt de sticker uit coronatijd.

heel af en toe is er wat groenbeheer.

de voorzieningen staan onder druk.

er komen straks weer torens vol bewoners bij.

de voorzieningen staan onder druk(!)

de stad wankelt (dat zie je dan weer wel mooi op de tekening).

er is een kantelpunt, wellicht is het al geweest, 

wellicht is het aanstaand, maar dat is het punt waarna je niet meer terug kan.

huiver stad, huiver!

onbegrip, anonimiteit, onverschilligheid, 

desinteresse en arrogantie tieren welig in de bodem 

die een uit de voegen gegroeide stad biedt.


de wankele stad


kapsones had ze niet, de stad

die tussen dorpen in ontstond

ze had voor huizen goede grond,

waar iedereen zo’n baat bij had


voor grenzen was ze niet beducht

wanneer ze werd beperkt,

door wegen of rivier,

dan bouwde ze met veel plezier

een nieuwe schaduw in de lucht


maar omvang vreet aan haar bestuur,

aan aandacht, onderhoud en meer

een disbalans!

wat moet, wat kan, wat doet het zeer

als zoet verdreven wordt door zuur


wanneer alweer een veld verdwijnt

voor nieuwe straten, weer een plein

dan vrees je voor

de disbalans in nieuwegein

die ’t evenwicht straks ondermijnt


straks gaat het mis in nieuwegein

dan zijn we helaas toch zo’n stad

met tussen wens en daad een gat

dan huilt ze en 

dan wil ze weer gewoon

een weiland tussen dorpen zijn


© ton de gruijter



zondag 3 augustus 2025

de waterstad

 



nog even en vreeswijk mag weer de deelnemers 

aan de ‘zalmtocht’ ontvangen.

de schippers met hun goed onderhouden historische vaartuigen, 

op weg naar ‘sail amsterdam’, staan garant voor een fijn schouwspel. 

waar vreeswijk ooit op moest gaan in het grote nieuwegein, 

willen op zo’n dag veel nieuwegeiners zich vreeswijker voelen.

ik wens u plezier op 16 of 17 augustus.


de waterstad


de drukte van de jonge stad

is niet altijd zo int’ressant,

soms wint de lek het van het land,

dan drommen mensen langs het nat


want vreeswijk spreidt haar armen uit

en menig zeil- of stoomgedreven boot

zoekt naar beschutting hier, 

in vreeswijks schoot,

dan kreunt en klappert het, 

dan zingt een fluit


de zalmtocht deint zachtjes door het water

ik denk niet aan het jachtig heden

’t verleden komt voorbij gegleden

het heden is vandaag voor later


© ton de gruijter


dinsdag 1 juli 2025

de fietsende stad

 



deze maand is mijn fiets jarig! vijfentwintig jaar geleden

kocht ik dit fraaie exemplaar en nog steeds heb ik er

veel plezier van, zowel binnen als buiten de stad.

door de leeftijd zijn er wel wat rammeltjes en plekjes,

door mijn leeftijd een ander zadel, maar goede zorg

en af en toe een onderhoudsbeurt bij de helaas

gesloten fietsenmaker op het muntplein doen wonderen.


speciaal voor mijn jarige fiets een tekst die ik in 2017

al eens gebruikte.


de fietsende stad


het lijkt zo rustig, haast gewoontjes hier

maar met zo’n haal op de pedalen

is ’t net of heel de stad beweegt,

is ’t net of heel het hoofd zich leegt


het is de randijk langs, voorbij ‘de bron’

het ganzepad,

het park waar ooit de stad begon,


het is magie


het tinkelbelt, u kent het wel

zo schelt de bel die vastzit aan het stuur

de stad beweegt en ik, ik tuur

naar ’t ijsselbos,

de lek, de dijk, de uiterwaard

naar vreeswijk

waar nog zoveel schoonheid is bewaard


de sluizen, langs ’t kanaal,

een afrit gunt

de voeten stil, de remmen los,

waar plettenburg ligt

met de volkstuin in de punt


het zacht gezicht van arken in het nat

en galecop, de rand zo’n beetje van de stad

waar d’ wetering de visser vangt

het rundubos,

de toren die een klim verlangt


langs kruidentuin en oude kerk

en hier en daar een beeldhouwwerk

straks is de ronde om

dan wacht het centrum met ‘de kom’


maar, wat een lucht en wat een groen

ik zou dit daag’lijks willen doen

het is magie

het tinkelbelt, u kent het wel

zo schelt de bel die vastzit aan het stuur


ik trap de zorgen weg, de longen schoon,

ontvouw de stad en de natuur

wat kost het nou? het kost me niets

de rijkste mens zit op de fiets


© ton de gruijter

donderdag 29 mei 2025

de opstandige stad

 



het sluiten van dierenweides lijkt een ritueel voorstel bij bezuinigingen.

ook in 2014 stond de verschraling van wat een stad leuk maakt al op

het zure menu

(lees: oud nieuwegein-de-dierenweide.)

dat is dus niet heel bijzonder.

wél bijzonder is de redenering van het ambtelijk apparaat zoals te lezen

in de zogenaamde kadernota. wie het stukje leest rond de dierenweides

zou toch graag eens koffie drinken met de opstellers van de tekst.

'maatschappelijke onrust, eventueel te reduceren door de terreinen

om te toveren tot hondenuitlaatgebied'.

ja, excuus, ik kies er maar wat uit en dan is de context weg. maar toch ….


de opstandige stad


al jaren zuchten burgers onder 't veel te strenge juk

al jaren groeit hier langzaamaan venijn

het wordt steeds minder leuk in nieuwegein

waar is nog plek voor klein geluk?


al jaren groeit de zorg in het stadshuis

de onrust in de stad neemt toe

men wil het dempen maar weet niet hoe

nu vreest men schorremorrie en gespuis


want ja, bewoners van de stad doen gek

het gaat hier vast een keer verkeerd

de jeugd wordt zelfs gemobiliseerd

er hangen prenten vol protesten aan het hek


er komen steeds meer mensen bij

maar wat ontspanning biedt verdwijnt

het gezag wordt straks nog ondermijnd

door actiegroep 'de dierenwei'


© ton de gruijter

donderdag 1 mei 2025

de vreedzame stad

 



we hebben vreemde tijden.

vlak voor het oranjefeest zegt de koning, in zijn jonge jaren ‘prins pils’,

dat we ons tot de tanden moeten bewapenen.

ons gastvrij stadshuis wordt bewaakt door een geharnast figuur.

en binnenkort staan we stil bij dodenherdenking, ingetogen,

en vieren we onze vrijheid, opgetogen.

onze vrijheid, die zo vanzelfsprekend lijkt is dat allerminst.

een en ander doet me denken aan de tekst ‘vredeskrijger’

die ik opnam in de bundel ‘stadsparabelen’, een boekje

waarin de lotgevallen van de bewoners van een jonge stad

worden verteld. het zou, met wat fantasie, over ons kunnen gaan.

over nederland, over nieuwegein.

ik wens u vredevolle tijden.



de vredeskrijger


die avond werd net op de grens van de nacht

en vlak voor het sluiten van bruggen en poort

door hen die toen werkten als wacht

een stem uit het duister gehoord


een vreemde,

nooit eerder gezien,

vertelde te reizen, 

‘een bed’ was zijn vraag,

‘een brood in de ochtend misschien’

(voor ’n volgende stad was zijn voetgang te traag)


zij lieten hem in, 

gaven vlees op een bord

en wijn in een kruik, 

maar zij vroegen hem toen

waarom hij met staal was omgord

als hij hen geen kwaad wilde doen


hij sprak hen van vrede, 

hoe kwetsbaar zij was,

van wreedheid, 

begaan verderop in het land,

van levens, 

gebroken als glas,

van steden als deze, 

de huizen in brand


‘zo draag ik een zwaard, 

lans en dolk

een schild en een helm, 

steeds gekleed voor de slag

zo hoed ik het vlees van mijn volk,

want niemand heeft weet van een volgende dag

uw vrede, zij faalt

wanneer zij de blikken niet scherpt

wanneer zij de spieren niet staalt

voor als er zo’n dag zwarte schaduwen werpt’


nadat hij vertrok stak de smid een woest vuur

en ieder kreeg helm, schild en zwaard

en nooit was er ooit nog een lichthartig uur

want ijzer en vree waren anders van aard



© ton de gruijter 




donderdag 3 april 2025

de kranige stad

 



een dagblad met een regiokatern ‘nieuwegein’ heeft de laatste weken

gemiddeld slechts twee van de vier artikelen aan nieuwegein gewijd,

de andere twee gaan over utrecht, houten of andere plaatsen.

een ander dagblad introduceerde recent nog de term ‘nieuwegeinvibes'een plaagstootje, want als compliment was het niet bedoeld.

in een ander artikel, met als kop ‘lawaai, lawaai, overal lawaai'legt wethouder schouten uit dat dit een groeiende stad is. dat was het al,

maar nu groeit de stad kranig door alle kritieken heen.


de kranige stad


het lijkt of iedereen verhuist

naar deze stad, 

zo lang verguisd

door vrijwel heel het land


hier dreunt de grond

en waait het zand


straks staat er weer zo’n bord,

er dreigt een straatnamentekort

het lijkt of iedereen verhuist 

naar nieuwegein

’t is best oké om hier te zijn

we steken niemand naar de kroon,

we zijn hier nuchter en gewoon


toch oogsten wij vaak sneer op sneer

men kijkt op onze woonplaats neer

maar toch,


het lijkt of iedereen verhuist

naar deze stad, zo lang verguisd

door vrijwel heel het land


hier dreunt de grond

en waait het zand


en kranig schouwt de stad de toekomst aan,

ontdoet de schouders van de spot

er komen nieuwe burgers aan

en geinse vibes?

die worden hot.



© ton de gruijter