‘de regen tikt tegen
de ruiten
de krant die schrijft;
er komt nog meer
ik durf vanavond niet
naar buiten,
wat een weer, wat een
weer, hè,
wat een weer, wat een
weer’
dat vonden ze leuk, nederlandse liedjes zingen met een
amerikaans accent.
johnny en jones (hun echte namen waren nol en max) werkten
bij de bijenkorf.
maar ze wonnen aan populariteit, vanaf 1936 waren ze
fulltime muzikant.
(tegenwoordig zou je ze singer-songwriter noemen).
ze stierven in 1945,
leeggezogen,
uitgeput,
afgebeuld.
ze stierven als ontelbaar velen
en allemaal …
ze waren allemaal als jij en ik
ze waren vader, moeder
ze waren buur of vriend
ze waren zus of broer
ze waren arts of ambtenaar
ze waren musicus of metselaar
ze waren kruidenier of groenteboer
ze speelden nog op straat
of zouden nog geboren worden
ze waren saai of creatief
ze hielden van hun kind, hun lief
ze waren allemaal als jij en ik
en ze zouden …
hun kind’ren konden …
hun plannen waren …
en plots’ling kwamen de zwarte jaren
ze mochten nog een koffer mee,
de trein,
die altijd naar een eindpunt reed
ze waren allemaal als jij en ik
de wereld werd van prikkeldraad
van platgetreden gras,
ontering, dwangarbeid
en kamers vol van gas
waarin de laatste woorden smoorden
en wij zijn net als zij
want wij zijn vader, moeder
en wij zijn buur of vriend
en wij zijn zus of broer
en we zullen …
onze kind’ren kunnen …
onze plannen zijn …
‘de krant die
schrijft; er komt nog meer
ik durf vanavond niet
naar buiten’
wees wijs,
heb lief,
doe goed
en bewaar de vrede
© ton de gruijter