een prima zangeres.
we dolen,
op een vreemde zee
op een vreemde zee
en niemand roept het
‘land in zicht’
‘land in zicht’
we wachten,
heel de zwarte nacht
heel de zwarte nacht
en hopen op het ochtendlicht
ons huis is een gedwongen thuis
de buitenwereld is nog dicht
en zo is onze hoop gericht
op al het goede dat ons wacht
en straks wat wij verloren zijn verzacht
de tussentijd,
de tussentijd,
ze lijkt ons nu te dwingen
iets groots te vinden in de kleine dingen
ik hoor vandaag de vogels fluiten
ik ruik wel honderd geuren buiten
die ik eerder nog niet kende
ik word door oude foto’s weer opnieuw geraakt
ik proef een nieuw recept,
dat wonderwel verrassend smaakt
er woont iets groots in kleine dingen
ik vind een hobby t’rug,
daar gaan de uren
ik lees verhalen in haar ogen
(waar ik dagen in kan turen)
wat is de lucht hierboven schoon
het ‘nieuw normaal’ wordt haast gewoon
met zo veel groots in kleine dingen
ik weet het wel,
het plein is leeg
de kerk klinkt hol
en veel
(misschien)
komt niet terug
(misschien)
komt niet terug
behalve in herinneringen
ik troost mij met de kleine dingen
het helpt mij zo,
tevreden zijn met wat resteert,
de glimlach van een buur op straat
een kind dat fantaseert
het luist’ren bij een goed gesprek
het wonder van het goede boek
en aan muziek is nooit gebrek
zo zingt het meisje met een gouden stem
totdat de hemel smelt,
een engel daalt
en onze wereld even straalt
ik wens u duizend kleine dingen
© ton de gruijter